Deze nestkast biedt nestgelegenheid aan de kerkuil (kauwen en holenduiven maken ook gebruik van deze nestkast). Plaatsing De kerkuilennestkast wordt geplaatst in een schuur of zolder. Vaak in grotere gebouwen zoals boerderijen, grote schuren en kerken. De nestkast kan vrij op een balk of aan de wand geplaatst worden. Een andere optie is om de kerkuilenkast meteen achter de opening te plaatsen waar de kerkuil binnen komt, de invliegopening kan dan, als dit nodig is, verlengd worden (van de opening in het gebouw naar de opening van de nestkast). Kerkuilen geven de voorkeur aan een donkere rustige plek. In de nestkast kan eventueel een laagje turf worden toegevoegd als nestmateriaal. Onderhoud De nestkast moet één keer per jaar schoonmaakt worden in het late najaar. Tijdens het schoonmaken moeten oude nesten, braakballen en prooiresten verwijderd worden. Op de bodem van de nestkast wordt een laag nestmateriaal overgehouden.