Vogeltrek: Invasie van pimpelmezen

pimpelmees, Herman Postma

De vogeltrek is in volle gang. Ganzen, kieviten een vele andere soorten watervogels en steltlopers zijn weer massaal gearriveerd in onze provincie. Daarnaast is Fryslân heel belangrijk voor een grote stroom van kleine zangvogels. Opvallend zijn dit jaar vooral de pimpelmezen (blaupetsje, blaumies). Op sommige trekposten langs de kust zijn er ruim tienduizend op één dag geteld, een getal dat het begrip invasie meer dan rechtvaardigt.

Onze eigen Nederlandse pimpelmezen (zo'n 350.000 exemplaren) mengen zich met grote groepen uit Polen, Rusland en de Baltische Staten. De totalen lopen in invasiejaren op tot wel 2 miljoen pimpelmezen. Waarom zien we er nu zoveel tegelijk? Dat kan verschillende redenen hebben, bijvoorbeeld een goed broedseizoen of juist een gebrek aan voedsel op andere plekken langs de trekroute. Dat betekent dat ze op zoek gaan naar meer voedsel. En dat vinden ze in Fryslân nu volop. Hier hebben we te maken met een overvloed aan bessen (en ander fruit), eikels, noten en zaden. Let daarom de komende tijd ook op kramsvogels (fjildlyster) en koperwieken (readwjuk), die komen ook op al die bessen af.

Het laatste invasiejaar van pimpelmezen was 2019 en nu is het opnieuw raak. Een deel van deze kleine reizigers vliegt nog door naar het zuiden of westen, maar veel mezen blijven hier overwinteren. Wil je de mezen helpen én in je tuin genieten van hun aanwezigheid? Hang dan wintervoedsel op. Denk aan vogelpindakaas, vetbollen (zonder plastic netje) en pindaslingers. Zo maak je van jouw erf een rustpunt in hun indrukwekkende reis.

Foto's: Pimpelmees- Herman Postma, kramsvogel en koperwiek - Wiebe Palstra